Familie is iets moois

Eind van middag komen Dima en ik aan op het vliegveld van Istanbul, waar Dima’s veertienjarige kleinzoon Mohammed ons ophaalt. Hij is samen met een oom, die een auto heeft, en is dolblij zijn oma na ruim vier jaar weer te zien. Mohammed is het enige kind van Dima’s oudste zoon Ahmed en haar schoondochter Malika. Tijdens haar jaren in Istanbul woonde Dima bij hen in huis en ze heeft een sterke band met Mohammed en zijn moeder Malika. Tijdens de rit in de auto draait Mohammed zich voortdurend om naar Dima, die naast mij op de achterbank zit; hij straalt haar toe en vertelt honderduit. Mohammed en zijn oom – broer van zijn moeder – brengen ons naar het huis van Farida, de zus van Dima. Het is meer dan een uur rijden: Istanbul is niet alleen druk, maar ook enorm groot!

Farida woont in een volkswijk waar veel Syriërs wonen. Ik weet van Dima dat zij enorm veel geluk hebben gehad met deze woning: zij hebben een oom, de echtgenoot van een zus van hun moeder, die al bijna veertig jaar in Dubai woont en daar rijk is geworden. De tak van de familie waaruit Dima en Farida komen was ook in Aleppo al arm. Toen deze oom zes jaar geleden de situatie van zijn nichten Dima en Farida zag, de enige dochters van de oudere zus van zijn vrouw, besloot hij hen te hulp te schieten en een appartement voor hen te kopen. Farida zou daar kunnen wonen en Dima zou er kunnen zijn wanneer zij in Istanbul haar kinderen, kleinkinderen en andere familie op zou zoeken. Farida heeft als oudere gescheiden vrouw met twee volwassen zoons geen perspectief op toegang tot een ander land. Bovendien heeft zij weinig geld: ze heeft geen werk en haar kinderen hebben beperkte mogelijkheden om haar te helpen. Haar oudste zoon woont in Dubai en stuurt haar maandelijks wat geld. Haar jongste zoon woont in Istanbul. Hij is getrouwd en verdient onvoldoende om ook zijn moeder te onderhouden. Dankzij haar oom heeft Farida in Istanbul een eigen plek waar ze comfortabel kan wonen en waarvoor zij niet hoeft te betalen. Dat maakt haar leven aanzienlijk makkelijker en prettiger.

Ik ben benieuwd naar Farida. Ze is twee jaar jonger dan Dima en ik, en ook met haar heb ik in Aleppo veel tijd doorgebracht. Maar anders dan met Dima heb ik tussentijds geen direct contact met Farida gehouden. Berichten over haar kreeg ik via Dima en haar moeder, die een jaar geleden is overleden. Farida heeft met haar twee zoons enkele jaren in Dubai gewoond bij haar toenmalige echtgenoot. Na haar echtscheiding is ze daar nog even blijven wonen, maar de laatste jaren voor de oorlog woonde ze weer in Aleppo.

WARM WELKOM

Wanneer we in de straat van Farida aankomen, herken ik haar huis door de vrouwen die op een balkon staan en enthousiast naar ons zwaaien. We zwaaien terug en Dima noemt wie ze allemaal op het balkon ziet staan: haar dochter Noor, schoondochter Malika, schoonzus Fouzia en de tienjarige zoon en vijfjarige dochter van Noor. Noor ken ik nog als heel jong meisje, Malika zie ik voor het eerst, en Fouzia heb ik één keer ontmoet toen ze een kersverse bruid was, ruim twintig jaar geleden. Terwijl we uitstappen snellen Noor en Malika naar beneden om ons te helpen met onze bagage.

Farida woont op de eerste verdieping en wacht ons op in de deuropening. Ze is meer veranderd dan Dima en ik heb aanvankelijk moeite om de jonge vrouw in haar terug te zien die ze was toen ik bij haar familie logeerde. Maar al snel komt dat terug: ik herken haar manier van lopen en bewegen, haar houding. En later komen daar haar grapjes en plagende humor bij. Ja, dit is Farida! Binnen is het meteen een drukte van jewelste met Dima als middelpunt. Iedereen is opgewonden en praat door elkaar. Intussen belt Dima met haar dochter in Nederland en haar dochter in Aleppo om te vertellen dat ze is aangekomen. En met een videoverbinding op de telefoon van Noor haken schoonzus Lina en haar dochter Darin aan, die in Bursa wonen.

VROUWEN ONDERLING

De vanzelfsprekende vertrouwdheid en intimiteit van de vrouwen onderling treft me meteen weer. Farida heeft gisteren een ‘hijama’ behandeling laten doen, een vorm van aderlating waarbij kopjes op verschillende plaatsen op het lichaam worden geplaatst en vacuüm worden getrokken. Het idee is dat op die manier ‘verkeerd bloed’ met gifstoffen uit het lichaam wordt getrokken en blokkades worden opgeheven, waardoor het zelfherstellend vermogen van het lichaam wordt versterkt. Het is een alternatieve behandeling, die ook in Nederland wordt toegepast en waarover – zoals ook bij andere alternatieve geneeswijzen – de meningen uiteen lopen. Farida heeft grote rode bloeduitstortingen op verschillende plekken op haar lichaam en voelt zich sinds de hijama niet zo goed. Ze laat de plekken op haar buik en rug zien. De dames bekijken het nauwgezet, zeggen wat ze ervan vinden en stellen haar gerust: hijama is echt goed, maar je moet het even tijd geven.

Dima is meteen helemaal thuis. Het is warm en zij trekt het grootste deel van haar kleren uit. In een legging en mouwloos hemdje haalt ze de talrijke cadeaus uit haar koffer. Noor zegt tegen haar moeder: “Hé, waarom draag jij geen bh? Loop je al de hele dag zo rond, gekkie?” Ze geeft Dima een liefdevol mepje tegen haar borst. Dima heeft allerlei kleding meegenomen, maar weet niet wie wat past. De kleren worden meteen gepast door de dames en zij zijn heel eerlijk in hun oordelen: nee, dat staat jou niet, dat is beter voor mij of voor die en die; dat is te klein/te groot voor jou etc. Er wordt veel gelachen. Veertienjarige Mohammed helpt zijn tante Noor om een sexy, strak jurkje over haar hoofd heen uit te trekken. Ik denk aan mijn lieve neven, maar zie dit bij ons in de familie toch niet zo snel gebeuren… Destijds in Aleppo was het een van de eerste eyeopeners voor mij: vrouwen onderling bleken eindeloos veel intiemer en opener te zijn over alles wat met hun lichaam en met seksualiteit te maken had dan ik kende vanuit Nederland. Ik herinner me mijn verwarring en ongemakkelijkheid hierover: de vrouwen hielden mij onbewust een spiegel voor waarin ik heel duidelijk mijn eigen taboes en ongemak zag. De beeldvorming in Nederland dat moslims preuts zijn en omgeven door taboes rond seksualiteit, gaat samen met fixatie op hoofddoeken en kleding van vrouwen en veronderstellingen over hun onderdanigheid en onderdrukte seksualiteit. Maar de vrijheid en openheid van vrouwen onderling laat zien dat het veel genuanceerder ligt.

FAMILIE

Als de kleren verdeeld zijn en is uitgekozen wat naar familie gaat die er nu niet bij is, verdwijnen Noor, Malika en Fouzia naar de keuken om het eten te halen en deels op te warmen. Ze hebben van tevoren twee soorten ‘sfiha’ gehaald, dunne pizza met (lams)gehakt dat op verschillende manieren gekruid kan zijn. De sfiha wordt opgewarmd en er verschijnen salades en rauwkost op tafel; om te drinken is er een kan ayran, een yoghurtdrank. Later begrijp ik dat Noor en Malika eerder uit hun werk zijn gekomen en dit nog net voor onze aankomst konden kopen. Beiden maken lange werkdagen, waardoor ze normaal gesproken pas rond 20 uur ’s avonds thuis zijn. Dit eten is gemakkelijk maar ook feestelijk en lekker. Het is een luxe die zij zich alleen voor bijzondere gelegenheden permitteren. Als we klaar zijn ruimen zij de boel weer op. Farida zit stil naast me en kijkt naar de bedrijvigheid om zich heen. “Familie is iets moois”, zegt zij dan.

In de komende dagen ga ik de betekenis van Farida’s uitspraak steeds meer doorgronden. Voor haar is de komst van haar zus en mij een gebeurtenis die haar leven flink ‘opschut’. Normaal gesproken ziet zij haar familie niet vaak. Istanbul is zeer groot. Haar zoon woont op ruim anderhalf uur reizen met het openbaar vervoer. Noor en Malika maken lange werkweken en ook naar hen is ze meer dan een uur onderweg. Fouzia, die getrouwd is met Farida’s broer Aziz, woont iets dichterbij. Toch ziet zij hen niet vaak. Vanwege Dima is er nu intensiever contact, maar meestal heeft Fouzia meer contact met haar eigen familie. Ze komt uit een groot gezin van wie nu vijf broers en zussen in Istanbul wonen. Allemaal in dezelfde buurt. Dat is heel fijn, zegt Fouzia, want het lijkt een beetje op hoe het in Aleppo was. Toen Dima nog in Istanbul woonde zag Farida de familie vaker. Daar zorgde Dima voor. Inmiddels woont zij al bijna vijf jaar alleen in het appartement. Behalve enkele buurvrouwen, spreekt zij soms dagenlang nauwelijks andere mensen. Later vertelt ze dat ze zich regelmatig eenzaam voelt. Nu Dima er is verandert alles: alle komende dagen zullen gevuld zijn met familie.

SPIL

Wat ik in deze dagen steeds beter zie is dat Dima, ook in de ogen van andere familieleden, de spil van de familie is. Vanaf onze aankomst is zij constant aan het bellen met familieleden: in Turkije, in Nederland, in Syrië. Ik wist al dat zij in Nederland altijd veel aan het bellen is met familie. Nu ze dat hier ook doet realiseer ik mij dat het niet uitmaakt waar zij is: er is altijd familie afwezig. Fouzia legt mij later uit dat het ook komt doordat Umm Tariq, de moeder van Dima en Farida, vorig jaar op hoge leeftijd in Aleppo is overleden. Nu Umm Tariq er niet meer is, heeft Dima haar rol overgenomen. Zij is niet alleen de oudste dochter, maar ook heel sociaal: “iedereen houdt van haar”, zegt Fouzia, “daardoor is zij de spil”. Umm Tariq genoot inderdaad groot gezag in de familie en was degene die de familie samenbond. Bij meningsverschillen die de familie aangingen had zij het laatste woord. Geen zoon – en evenmin haar echtgenoot – haalde het in zijn hoofd om tegen haar in te gaan. Dima bevestigt dat zij het onderhouden van de familiebanden als heel belangrijke taak ziet, maar zegt ook dat het haar wel eens te veel wordt. Ze vindt het zwaar nu iedereen op een andere plek woont en de omstandigheden voor veel familieleden zo moeilijk zijn. Ze heeft altijd zorgen om haar kinderen, kleinkinderen, en andere familie. En omdat iedereen ergens anders woont is haar invloed veel beperkter dan vroeger.

Farida denkt dat het vooral gaat om persoonlijkheid en niet om leeftijd. Terwijl zij haar bellende zus observeert zegt ze: “Dat is niks voor mij Ada, steeds maar bellen. Mijn zus en ik zijn anders.” Zij voegt toe: “Het komt ook doordat ik zoons heb, net als jij. Let maar eens op: Dima belt veel vaker met haar dochters dan met haar zoons.” Farida heeft gelijk. Terwijl Dima dagelijks – vaak meermalen – haar dochters aan de telefoon heeft, zijn telefoongesprekken met haar zoons veel zeldzamer en meestal ook korter. Farida’s opmerking laat mij zien dat de vrouwenwereld die ik me van vroeger herinner er nog steeds is, maar nu anders wordt vormgegeven. De telefoon helpt Dima om er een vorm van continuïteit aan te geven. In Aleppo heb ik Dima nooit zien telefoneren en dat is logisch want de familie had helemaal geen telefoon. Dat was ook niet nodig, want mensen kwamen gewoon langs. Alleen in bijzondere gevallen, zoals familie die van ver kwam, werd de telefoon van de buren gebruikt. Het uiteenvallen van de familie maakt dat Dima’s telefoon nu een essentieel middel is om de familiecontacten mee te onderhouden, in het bijzonder met de vrouwen. Farida’s situatie is anders. Haar opmerking lijkt te zeggen dat zij denkt dat dochters haar eenzaamheid hadden kunnen verzachten. Misschien zijn haar pogingen om in contact te komen met haar buurvrouwen (volgend blog, link volgt later) ook een manier om iets terug te vinden van de bedding die de vrouwenwereld voor haar was en die zij kwijt is geraakt?

Foto: samen op de Egyptische markt in Istanbul, ©Ada Ruis

Geschreven door Ada

Antropologie en Begeleiding

Al 3 reacties, wat vind jij? Reageer hieronder!

  1. Prachtig Ada, hoe jij de warme verbondenheid tussen de vrouwen beschrijft!

  2. Dankjewel voor deze inkijk, Ada!

  3. Ha buurvrouw, mooie blog! Ik zie het helemaal voor me. Onze gezamenlijke vrouwentijd komt ook nog wel 😀

Comments are closed.